Maar een komma?

Heel lang geleden, in een ver exotisch land, woonde en regeerde koning Okoto Ndo met ijzeren hand.
Koning Ndo was alleenheerser over vele volkeren die hij had onderworpen. Hij werd alom bewonderd om zijn krijgshaftigheid en gevreesd om zijn meedogenloosheid. Maar ook geliefd om de welvaart die hij had gebracht.
In Okoto-land, het rijk van de koning, was het een koninklijke gewoonte om tienjaarlijks, als de vorst een ronde verjaardag te vieren had, de beruchtste gevangene gratie te verlenen.
Zo ook het jaar waarin gevangene Yando Ndoko zou worden vrijgelaten.
“Adjudant Soko kom eens hier”, verordonneerde de heerser.
“Majesteit, hier is uw nederige dienaar”, antwoordde Soko, die altijd op schootsafstand stond, behalve dan als de koning sliep of zich even terugtrok voor enig strikt privéalleen-zijn.
“Adjudant, hernam het heerschap, “je weet dat over enkele uren Yando wordt opgehangen op het stadsplein. Maar zoals de traditie voorschrijft, ik word dit jaar 60, ga ik dat beest gratie verlenen. Hij verdient het voor geen cent, ik had hem liever nog gister persoonlijk gewurgd, maar als een heer, en dat ben ik, kan ik deze volkstraditie niet breken. Schrijf daarom op:
“HANG HEM NIET, SPAAR HEM!”.
Stop de brief in een envelop, verzegel hem en lever hem zo aanstonds af bij de beul”.
“Tot uw dienst mijnheer”, antwoordde zijn toeverlaat terwijl hij een diepe buiging maakte.
Adjudant Soko haalde zijn paard van stal en spoedde zich naar het galgencentrum.
Als hij daar arriveert, staat het plein al zwart van de mensen. Een en al opwinding.
Soko brengt zijn paard tot stilstand, springt er geroutineerd vanaf en salueert:
“Gegroet meneer de beul. Ik overhandig u de brief met de wil van onze geliefde leider. Maak die open en doe gelijk u opgedragen is”.
Dus nam de beul, in spierwitte handschoenen gestoken de brief in ontvangst, controleerde de verzegeling, deed hem met gevoel voor drama tergend langzaam open en las met luide stem:
“HANG HEM, NIET SPAREN!”

En zo geschiedde!

Naschrift

Adjudant Soko was niet alleen een trouwe dienaar van de koning maar ook haatdragend en een meester-intrigant.
Jaren geleden al had hij in stilte gezworen om wraak te nemen op Yando, de beruchtste misdadiger van Okoto-land die jarenlang de heimelijke minnaar was van zijn geliefde vrouw Likabaku. Soko wist ervan maar verdroeg zijn woede en schaamte manmoedig in stilte. Heel vaak oefende hij trouw zijn mantra:
“Yando, jij geniet nu van het zoet
maar mijn wraak zal
zoeter
zijn
dan jouw zoet
jouw zuur
zuurder
dan mijn zuur.”

Natuurlijk had Soko zijn bevoorrechte positie kunnen gebruiken om het Yando betaald te zetten maar dat vond hij maar niks, te weinig intrigerend.
Liever complotteerde hij in zijn eentje.
Dus toen het voorziene gratiemoment zich aandiende , sloeg hij direct en meedogenloos toe, precies volgens de lijfspreuk van Yando: “Een ware misdadiger kent nooit genade en laat altijd zijn ballen zien!”