Breek eens met de koloniale erfenis

Ze hebben je geleerd om jezelf Saramaccaner, Aucaner, Hindo(e)staan, Javaan of indiaan te noemen of welke andere etnische benaming dan ook.
Saramaccaners, Aucaners en anderen met een Binnenlandse achtergrond noemen zich tegenwoordig  marrons of zelfs behorend tot de “tribale volken” van Suriname. En dat in de 21e eeuw!

Stopte de homeopathische verdunning maar hier!
Je hebt er verder de Matyau, Yanfay, Nasi en zo meer. En trots dat je bent dat jij exclusief de granman, het grootopperhoofd, mag leveren die aan het hoofd staat van een heus “traditioneel gezag”.
Ga maar na: ook in Nederland zijn er vertegenwoordigers van dat traditionele gezag terwijl er hier niemand in stamverband leeft!
Verder mag je trots zijn op je lekkerbekkende achternaam Van Dorie, Jawalarpersad, Kromopawiro of Sin Pau Lau.

De onafhankelijkheid van Suriname is onder meer verkocht als de definitieve afrekening met de bakra basi, de witte baas. Want vanaf dat magische moment in 1975 ging Suriname het allemaal zelf doen, losgezongen van de verfoeide kolonisator.
Maar wat hadden de Surinamers buiten de gesel van de ironie gerekend.
Juist de koloniale erfenis- in al haar verschijningen- wordt nu gekoesterd als het ultieme eigene en de gewezen kolonisator gezien als de helpi papa, weldoener in blijvende nood!

Het opdelen van de bevolking in (etnische) hokjes was en is een beproefde methode van heersers om aan de macht te blijven. Zo lang er verdeeldheid en daarmee ook vijandigheid is onder de bevolking, heeft de heerser het rijk tot in de eeuwigheid voor hem alleen.
Daarom wantrouwt de Saramaccaner de Aucaner en vice versa en wantrouwen ze beiden de Hindo(e)staan die hen trouwens met gelijke munt terugbetaalt.
Beschouwt de creool zich als de enige rechtmatige erfgenaam van de kolonisator en betwist de indiaan al de nazaten van de importen welke aanspraak ook op de failliete boedel.

Dit is de lotsbestemming van hen die niet hebben, weten of kunnen.
Ze verspillen energie aan nutteloze onderlinge gevechten en vergeten de gemeenschappelijke vijand eensgezind te bestrijden.
In Suriname, met nog geen driekwart miljoen mensen, zou je geen marrons, Hindo(e)stanen, Javanen, creolen, indianen en Chinezen moeten hebben maar Afro-Surinamers, Hindo(e)staanse Surinamers, Javaanse Surinamers en Chinese Surinamers. Dan waren ze allen verenigd in het Surinamerschap.
Dan zagen ze de Brazilianen en China-Chinezen als het grote gevaar.

Dan gingen ze beseffen dat Javanen op het eiland Java wonen of de Javaanse nationaliteit hebben. Dat die nationaliteit niet eens bestaat, maakt de hele zaak alleen maar pijnlijker en belachelijker.

Dan ontdekten ze het Surinaams-Nederlands als de enige echte nationale taal.
Dat Surinamers in Suriname wonen en of de Surinaamse nationaliteit hebben.
Dat de ontwikkeling van het land en de mensen primair de verantwoordelijkheid is van de Surinamers.

Dat ontwikkeldheid een relatief begrip is waarvoor je dus ook moet kijken naar andere landen en mensen. Ben je miljonair in een straat van miljonairs met een vermogen tussen een en tien miljoen dan mag je jezelf er rijk noemen. Heb jezelf een vermogen van twee miljoen en je komt te wonen in een andere rijkeluibuurt waar niemand minder dan honderd miljoen heeft dan ben je er al snel een arme sloeber!

Dat je moet willen leren van hen die meer weten en kunnen dan jij en het moet hebben van hen die meer hebben dan jij. Dat een dergelijke grondhouding geen schande is.

Dat er geen toverformule bestaat om een land van onderontwikkeld tot ontwikkeld land te maken.
Dat dat een eeuwenlang proces is van doelbewust denken en handelen zoals een zuigeling ook niet van de een op andere dag een volwassene wordt.

Dat diplomabezit niet hetzelfde is kennisbron. Als diplomadichtheid graadmeter zou zijn van de mate van ontwikkeldheid dan had Suriname niet misstaan op die elitelijst.

Dat een land leiders krijgt dat het verdient want die leiders komen zelf uit datzelfde land en worden gekozen door datzelfde volk.
Dat een goed volk daarom goede leiders voortbrengt en slecht volk slechte leiders.

Want vis je in een goed onderhouden visvijver dan is het er goed vissen vangen maar vis je in een beerput dan zul je er stront vangen!