Alom klinken geluiden dat president Trump de Nobelprijs voor Vrede verdient. Nu hij dit jaar de prijs misliep, zou het Nobelcomité niet anders kunnen dan hem volgend jaar tot dé mondiale vredesapostel kronen.
Maar waaraan zou hij dat te danken hebben? Toch zeker niet aan zijn niet-aflatende inzet om een staakt-het-vuren tussen Hamas en de Joodse apartheidsstaat te bereiken? Immers, er was geen sprake van een gewapende strijd tussen twee partijen. Na de bloedige overval van Hamas op 7 oktober 2023, was er nog maar één partij die aan het strijden was of beter gezegd: aan het moorden was, Israël! En als er maar een strijdende partij is dan kun je ook niet spreken van een “wapenstilstand” tussen twee partijen. Onbegrijpelijk dat deze valse voorstelling van de werkelijkheid zo de beeldbeeldvorming is gaan domineren.
Bovendien is Trump helemaal niet de vredesstichter die hij zo graag wil zijn.
Integendeel: hij is veel meer de pyromaan die opzichtig komt meehelpen om het door hem aangestoken vuur te blussen. Mocht de pyromaanstypering hem minder sieren, dan moet hij het maar doen met die van olie-op-het-vuurgooier.
Of Trump nou de aanstichter was dan wel aanwakkeraar van het genocidale geweld van de Joodse staat, zijn dubieuze rol maakt hem onwaardig voor de Nobelprijs voor de Vrede, dit jaar niet en volgend jaar evenmin.
De enige manier waarop Trump de door hem felbegeerde eretitel kan krijgen, is om de onwettige, barbaarse Russische oorlog tegen Oekraïne te laten stoppen. Als hij zijn boezemvriend Poetin daartoe kan bewegen zonder Oekraïne onder de bus te gooien, dan mag hij zeker meedingen. Niet meer dan dat. En mocht hem die eer uiteindelijk te beurt vallen, dan zou ik dat afdoen als een toekenning bij gebrek aan beter.