Loslaten is in essentie het loslaten van je ikkerigheid!
In de omgang met de ander vraag je je steeds af of je niet gedreven wordt door je eigen behoeften en verlangens, dus niet door die van de ander. Telkens als dat zo is, stel je bij. Je verandert van ik-gericht naar ander-gericht!
Dit ont-ikken, is als het lopen van de marathon. Je sterft vele malen onderweg maar staat
evenveel keren weer op. Geef je over aan het natuurlijke ander-gericht-zijn. Want je kunt uiteindelijk niet naar jezelf kijken maar naar de ander. Zelfs als je niet kijkt, zie je de ander. De ander loslaten, kan niet!
Ont-ik en word ander-gericht, een leven lang!