Sinterklaas zwartgewassen

Elk najaar laait de discussie weer op, zo zeker als je ervan bent dat je ademhaalt! Ben je voor of tegen Zwarte Piet? Is het sinterklaasfeest nou een racistisch feestje of een onschuldig kinderfeestje dat zo Nederlands is als regen en wind zijn in de Nederlandse herfst?
Deze tegenpolen slijpen de messen en betrekken stellingen.
Dan heb je nog de mensen die een soort middenpositie innemen. Die zeggen: “Misschien is het van alles een beetje dus laten we maar wat gaan sleutelen aan de kleur van Zwarte Piet.” En zie: de regenboogpiet, schoorsteenpiet en noem-het-maar-op-piet doen hun intrede.
Maar wat nu als je aan deze pragmatici zou voorstellen om dat tweemanschap van kleur en rol te laten wisselen? Bleven ze dan nog even pragmatisch?
Voor sommige tegenstanders is Sinterklaas in de kern racistisch en Zwarte Piet daar een verpersoonlijking van. Quinsy Garior, is daar heel stellig in: “Zwarte Piet Is Racisme”, de titel van zijn in 2011 gelanceerde kunstproject (Wikipedia). Sindsdien is Gario uitgegroeid tot het gezicht van de tegenbeweging. De jaarlijks terugkerende discussie in Polderland kreeg zelfs enige internationale aandacht van kringen binnen de Verenigde Naties en academische wereld.
Met de constante nadruk op Zwarte Piet is Garior trouwens onbedoeld in de val getrapt van hen die de status quo willen handhaven. Want met alle ballen op Zwarte Piet laat hij Sinterklaas, toch wel de centrale figuur, buiten schot.
Is Gario soms een uniek voorbeeld?
Welnee! Anders kon oud-president Obama niet massaal bejubeld worden als “de eerste zwarte president van Amerika”!
Eerlijk is eerlijk.
Waarom zou iemand met een witte moeder en zwarte vader ‘zwart’ zijn? Wanneer ben je dan ‘wit’?
De impliciete boodschap is: je bent pas wit als in elk geval je beide ouders dat zijn/waren! Wit dus als de standaard. Alles wat daarvan afwijkt, is een verbijzondering en verdient daarom een ‘naam’.
Obama kon/mocht (naargelang het perspectief!) president worden omdat zwarte Amerikanen en masse op hem stemden, in de overtuiging dat hij een rasgenoot is. Anderen, liberale witte Amerikanen bijvoorbeeld omdat het hen politiek correct leek. Weer een groep Amerikanen kon hebben gedacht: hij zou toch geen kwaad kunnen, de bestaande verhoudingen komen niet in gevaar!
Van hetzelfde laken een pak als het gaat over de berichtgeving over criminaliteit in de media. Is een witte persoon de verdachte dan moet de nieuwsconsument het doen met summiere informatie of met duidingen als “gezinsdrama”. Betreft het een verdachte met een (zwart) tintje dan krijg je als nieuwsafnemer de bijsluiter meegeleverd of kwalificaties als “Antilliaanse vader schiet zijn vrouw en drie kinderen dood.”
Welk mechanisme zou hier in werking kunnen zijn?
In iedere samenleving slaagt de dominante stroming er consequent in de agenda te bepalen en of de toonzetting daarvan. Of het nou gaat om de zwartheid van een ambtsbekleder, de kleur van Zwarte Piet of pak ’m beet, bezuinigingsingrepen van de overheid.
Daarom bleef bij Obama de expliciete vraag over zijn witheid achterwege, komen de rol en daarmee samenhangende taken én kleur van Sinterklaas niet aan de orde. En gaat het bij iedere bezuinigingsronde telkens over “hervormingen”. Als er een segment van de samenleving is die zelden of nooit kleur hoeft te bekennen, is het de “elite” wel!
Als kind in het Surinaamse binnenland had ik er geen idee van hoe gewiekst dit mechanisme is.
In de buurt van mijn dorp had je een post van de TRIS (Troepenmacht in Suriname).
Sinterklaas en Zwarte Piet werden uit deze manschappen gerekruteerd, twee witte mannen nota bene! De week voor 5 december stond in het teken van de komst van het bonte gezelschap. Alles werd in gereedheid gebracht. De lokalen gepoetst, lijstjes gemaakt, cadeaus verpakt en zorgvuldig onder direct beheer van het schoolhoofd bewaard. Leerlingen die goed hun best hadden gedaan en zich goed hadden gedragen, kwamen op een ‘witte’, een soort erelijst te staan. Zij die er met de pet naar hadden gegooid en niet wilden deugen op een andere, ‘zwarte’, een soort besmette lijst!
De dag zelf was er een van totale opwinding. Het schoolhoofd stond op de uitkijk en zodra hij de open jeep zag, dus geen opstomende stoomboot, gaf hij het teken aan zijn hulptroepen om het Zie ginds komt de stoomboot aan te heffen. En of er uit volle borst werd gezongen! Niet voor niets stond zang toen prominent op het lesrooster, dagelijkse kostelijke kost.
Als de twee na het letterlijk warme onthaal binnen waren geloodst en eenmaal hun plekken hadden ingenomen, Sinterklaas zittend op zijn troon met naast hem Zwarte Piet staand, konden de twee rijen worden gevormd: links de pechvogels, rechts de bofkonten.
Telkens als het schoolhoofd een naam afriep, beende betrokken leerling in de voor hem bestemde rij. Geen schrijntje vrolijkheid in de linkerrij maar gekrijs en gejank want wie zich bij Piet moest melden, was niet jarig. Gestoken in pofbroek, een gitzwart geschminkt gezicht met contrasterende dikke rode lippen, zwarte krullenpruik op, een jutezak en zweep in de hand, zag de goede man er werkelijk angstaanjagend uit. Bij hem aangekomen dreigde hij je in zijn zak te stoppen en zwaaide hij dreigend met zijn roe. Ik kan me overigens niet herinneren of hij er echt mee sloeg!
Dan maar liever in de rij van Sinterklaas, de goede en ererij.  Want ondanks de lange grijze baard zag hij er best kindvriendelijk uit. Bij hem mocht je op schoot en na een vriendelijk woordje je cadeau in ontvangst nemen. Wist ik toen veel dat de cadeaus niet van de sint kwamen maar van gulle ouders!
Het is zonneklaar!
Sinterklaas is wit en daarmee de baas, representeert en doet het goede, is een kindervriend.
Zwarte Piet is dus zwart en daarmee de knecht (eufemistisch assistent genoemd!), staat voor en doet het slechte, een boeman of dorpsgek.
Dit is de kern van de zaak en niets anders!
Is er een uitweg?
Zeker!
Ik gun de voorstanders hun feestje, ongeacht de motieven. Ik zeg er wel bij: wees ruimhartig naar de tegenstanders toe! Laat weten dat jij je hun pijn kunt voorstellen zonder zelf ook de pijn te hoeven voelen. Dat zou voldoende moeten zijn. Dan is de grootte van de groep neezeggers verder irrelevant.
En tegenstanders, erken dat anderen wel (emotionele) waarde kunnen hechten aan deze thans omstreden volkstraditie. Predik geen revolutie. Gun de jazeggers de tijd om te wennen aan het idee dat tradities dynamisch zijn. Ze komen en gaan. En wees vooral een vóórbeweging!
Bedenk dat het ooit traditie was dat vrouwen niet mochten stemmen en katholieken niet trouwen met een lid van het koningshuis.

Zijn beide tradities niet intussen door de tijd ingehaald?